De hongerwinter
Het begon in 1944. De Nederlanders probeerden de Nazi’s tegen te werken door een spoorwegstaking te organiseren. Dit idee kregen ze via Radio Oranje, die vanuit Londen Nederlanders aanspoorde om in opstand te komen. Seyss-Inquart was hier bepaald niet blij mee en besloot het voedseltransport via de schepen stop te zetten. De Nederlanders hadden niet alleen een tekort aan eten, dat tevens vaak alleen nog maar te krijgen was met voedselbonnen, maar ook werd de gasvoorziening stopgezet en daarnaast óók nog de elektriciteit. De huizen waren koud en er kon niet meer gekookt worden.
De bezetters hadden echter ’s nachts een verduistering ingesteld. Alle lantaarnpalen en lichten moesten uit. Dit lijkt misschien vervelend, maar velen hadden er profijt aan. Bomen werden namelijk midden in de nacht gekapt om vervolgens het hout van de bomen in hun kachels te doen. Niet alleen bomen, maar zelfs huizen van Joden die niet waren teruggekomen werden gesloopt voor elk beetje hout wat men kon vinden.
November was een echte regenmaand geweest en in december begon het te vriezen. Seyss-Inquart besloot om het voedseltransport via het IJsselmeer weer toe te laten. Een goed idee, maar onmogelijk om uit te voeren. Het ijs was te dik om nog doorheen te varen en de honger nam alleen maar toe. Daardoor begonnen de hongertochten. Mensen, vaak vrouwen, vertrokken uit de stad om voedsel te kunnen ruilen bij boeren op het platteland.
April 1945 werd er na overleg met de Duitsers besloten dat er voedseldroppings gehouden mochten worden. Amerikaanse en Britse vliegtuigen schoten ons te hulp en lieten maar liefst 11.000 ton voedsel vallen boven Nederland. Deze actie werd later ‘operatie Manna’ genoemd.
Hoeveel mensen er precies zijn gestorven in de hongerwinter is niet bekend, maar dit zal ongeveer rond de 20.000 zijn geweest.
Bron
http://historiek.net/hongerwinter-1944-1945-hongersnood/69273/

Maak jouw eigen website met JouwWeb